Ties strijdt voor het mbo: “Zonder mbo’ers draait de samenleving niet”

Ties de Kok is dit jaar Scalda’s mbo-ambassadeur en doet dat vol overtuiging. Deze bevlogen student Zorgprofessional is trots om het mbo te vertegenwoordigen. Voor hem draait alles om samenwerking: in de klas, op stage, als ambassadeur én in de maatschappij. “Als ambassadeur laat je zien hoe leuk en belangrijk het mbo is.”
Eer én uitdaging
Toen Ties werd gevraagd als mbo-ambassadeur, voelde dat als een grote eer. “Ik vind het mooi dat ik dit mag doen,” vertelt hij. “Het is best hectisch en er komt veel bij kijken, maar het is vooral heel leuk. Ik leer ontzettend veel en werk samen met een toffe groep studenten die allemaal trots zijn op het mbo.” Ties strijdt tegen het hardnekkige taboe dat mbo minderwaardig is aan een ‘hoger’ opleidingsniveau. “Mbo is een positieve keuze en dat wil ik uitdragen. Zonder mbo’ers draait de samenleving niet. Geen enkel bedrijf kan zonder vakmensen. Een arts kan bijvoorbeeld niet zonder een mbo-verpleegkundige.”
Samen vooruit
Voor Ties is samenwerken geen bijzaak, maar de basis van alles. “Samenwerken is alles. Je werkt overal samen. Met je klasgenoten, vrienden, op je stage en op je werk. Als je allemaal naar hetzelfde doel toewerkt kom je samen verder.” Hij benadrukt hoe belangrijk samenwerking met het bedrijfsleven is binnen het mbo. “Zonder stage was ik nooit zover gekomen. In de praktijk leer je het vak pas echt. Ik werk in de zorg, dus je werkt met mensen. Dat kun je niet uit een boekje leren. En leren in de praktijk maakt het ook leuk. Veel mbo’ers, zoals ikzelf, zitten niet graag in de schoolbanken, maar leren vooral door te doen.”
Zorg voor Zeeland
Met zijn enthousiasme, realisme en drive is Ties een inspirerende stem voor het mbo. En daarmee ook voor Zeeland. “Ik woon in Vrouwenpolder en voel me verbonden met de regio. Ik leer hier het vak en wil me inzetten voor de Zeeuwse maatschappij. Door mijn werk en opleiding draag ik bij aan een gezonder en leefbaarder Zeeland.”
Meer weten? Kijk op ditismbo.nl
Foto: © Rhalda Jansen, 2025